Eerder heb ik u gewezen op de uitwerking van de NOW regeling. Hieronder zet ik de belangrijkste bepalingen van de regeling uiteen:
De subsidieaanvraag kan vanaf 14 april 2020 (of eerder conform de bekendmaking via het UWV) worden ingediend. De indiening zal waarschijnlijk digitaal plaatsvinden via het UWV.
De hoogte van het bedrag van de subsidie wordt berekend met de volgende formule:
A x B x 3 x 1,3 x 0,9
De A staat voor het percentage van de door de werkgever verwachte omzetdaling. De B staat voor de loonsom, waarbij wordt uitgegaan van de totale loonsom van werknemers waarvoor de werkgever het loon heeft uitbetaald. Er geldt een maximum loon per werknemer van € 9.538,– per maand.
De subsidie wordt (in beginsel) gebaseerd op maximaal 90% van de loonsom van januari 2020. Er kan een voorschot van 80% worden betaald op de subsidie.
De werkgever, die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020 een omzetdaling van minimaal 20% verwacht, kan per loonheffingennummer een subsidie krijgen over de loonsom in de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020.
De werkgever kan kiezen of zij de omzetdaling berekent over de meetperiode tussen 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Het moet dan om een aaneensluitende periode van drie maanden gaan. De werkgever moet de keuze voor de meetperiode maken bij de aanvraag, welke bij de definitieve afrekening niet meer kan worden aangepast. De subsidie blijft, ongeacht de keuze, betrekking hebben op de loonkosten tussen maart en mei 2020, ongeacht over welke maand (meetperiode) de omzet is bepaald.
De werkgever mag gedurende de NOW regeling geen ontslagaanvraag bij het UWV indienen wegens bedrijfseconomische redenen. Indien een werkgever dit toch doet, dan wordt de loonsomberekening gecorrigeerd met de loonsom van de werknemer verhoogd met een boete 50%. Deze correctie wordt toegepast bij alle ontslagaanvragen, die in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 zijn ingediend, en die niet binnen de daarvoor gestelde termijn zijn ingetrokken. Andere mogelijkheden (redenen en manieren) van ontslag blijven dus nog wel geoorloofd, zonder een boete.
De werkgever is verplicht de OR of personeelsvereniging, en bij het ontbreken daarvan, de werknemers zelf in te lichten over de subsidieverlening.
Tot zover mijn toelichting in hoofdlijnen.